‘We proberen het beste uit de vrouwen te halen’
Tekst: Bo Steehouwer / Fotogra e: Bas van Setten
Een winkel vol met dameskleding die met de hand wordt gemaakt door de eigenaren. Zo’n winkel zit er sinds 2011 op de Amsterdamsestraatweg: SOW Utrecht. Daar openden Barbara van Kuijk en Christel van den Berg hun kledingwinkel met een eigen atelier. De rokken, jurken en tops die in de winkel hangen worden daar dan ook ter plekke gemaakt. De collectie in de winkel wisselt constant. Christel en Barbara zoeken zelf de sto en uit, ontwerpen en maken steeds weer nieuwe items in een kleine oplage. De twee hebben een liefde voor retro kleding: kleding van vroeger. Zoals uit de jaren 30, 40 en 50. ‘Dat is allemaal mooier gemaakt en daar hebben mensen wat langer over nagedacht.’
Christel hield zich altijd al bezig met kleding maken. Ze studeerde Modevormgeving aan de Kunstacademie in Enschede. “Ik was heel erg bezig met babykleding, een eeuwigheid geleden”, zegt Christel. “Toen de kinderen klein waren kon ik niet vinden wat ik zocht. En Barbara maakt eigenlijk sieraden van origine. Die spullen hadden we bij elkaar gedaan in onze winkel, maar op een gegeven moment dachten we: ‘Maar rokjes zijn ook leuk om te maken’. Dat liep toen zo goed, dat we er ook tops bij gingen maken. Zo is het uitgegroeid tot wat het nu is.”
Het pand aan de Amsterdamsestraatweg bevalt goed. “Het is heel groot”, zegt Christel. “We hebben genoeg ruimte in ons atelier. We vinden het leuk dat we hier ook kunnen zitten en werken.” Mensen vinden het ook leuk om hen aan het werk te zien, merkt Barbara op. ‘Maken jullie het allemaal zelf?’, is een veel gestelde vraag als iemand binnenkomt. “Dat doen we bewust,” legt Christel uit, “want we willen niet dat de kleding of materialen van ver weg komen. We laten het ook niet ergens anders produceren, want we willen kleine aantallen maken. We kopen een paar meter stof en daar maken we wat van. Het moet ook leuk blijven voor onszelf. En zo blijft het ook allemaal uniek wat we hebben hangen.”
Aan de kledingstukken in de winkel hangen handgeschreven kaartjes. Daarop staat onder meer wat voor stof het is en waar het vandaan komt. “Mensen vinden het nu ook belangrijker om te zien waar het vandaan komt”, zegt Barbara. Ze doen hun best om steeds duurzamer te worden. Naast dat ze de kleding ter plekke zelf maken, kopen ze ook stoffen in die milieuvriendelijker worden geproduceerd. “Alles wat goedkoper is, komt van ver weg. En dat willen we dus niet. Koop dan maar één goed ding in plaats van tien mindere dingen.” De enige kleding in de winkel die ze niet zelf maken, zijn de gebreide vestjes in verschillende kleuren. De kleding die ze maken is geïnspireerd op kleding die vrouwen in de jaren 30, 40 en 50 droegen. “Gewoon van vroeger”, zegt Christel. “Wat allemaal mooier gemaakt is en waar mensen wat langer over na hebben gedacht.” Barbara noemt als over die tijd. “Zij hebben bijna allemaal jurken aan, maar tegenwoordig zie je bijna niemand meer in een jurk.” Christel moet aan de serie The Queen’s Gambit denken. “De kleding die zij aan heeft is allemaal zo mooi. Niks standaard, alles is net even anders.” Barbara vult haar aan: “Het is ook heel vrouwelijk. Dat vind ik erg mooi.” Christel knikt instemmend. “Er is aandacht aan besteed, het past mooi. En dat zie je.”
De prijzen in de winkel variëren zo’n beetje tussen de vijftig en tachtig euro. Zo kost een rok zestig euro en een jurk tachtig. “We zijn nu met jurken bezig en daar zijn we gewoon echt veel tijd aan kwijt”, zegt Christel. “Als je dat gaat omrekenen, slaat dat nergens op. Dan wordt het een hele dure jurk. We proberen een prijs te maken die mensen er ook voor willen betalen.” Via hun ‘online winkeltje’ verkopen ze de laatste tijd ook kleding. “We hebben een trouwe groep op we zijn druk met een goede website.” De twee zijn blij dat ze hun atelier in de winkel hebben. “Dus we kunnen hier heel de dag naaien als we willen”, zegt Barbara. “Wat dat betreft kunnen we gewoon door.”
Barbara en Christel werken niet op bestelling. Je kunt dus niet met een lap stof binnen komen wandelen en zeggen dat je daar graag een rok van gemaakt wil hebben. “We willen het nog wel korter maken, maar dat is het dan ook”, zegt Christel. “We passen het wel een beetje aan jou aan, maar het blijft wel ons model.” En dat is een formule die goed lijkt te werken. “Mensen die ons kennen en weten wat we maken, blijven ook terugkomen”, zegt Christel. “Die vinden dat het goede kwaliteit is. Het blijft lang mooi en je kan het doordragen in de zomer en winter.”
‘Hadden we dat echt aan?’
Het klantenbestand van Sow is “vooral heel Utrechts” en de leeftijden variëren ongeveer tussen de dertig en de zestig jaar. Ook de dingen die het meest worden verkocht, variëren. “Dat verandert steeds”, licht Christel toe. “We gaan ook mee met onszelf en met onze leeftijd. Wij hebben een eeuwigheid jurken en rokjes gedragen. Nu merken we dat we steeds vaker ook broeken dragen. Als we dat zelf hebben, moeten we daar iets mee. We gaan dus ook broeken maken.” En wat ze zelf tien jaar geleden droegen, vinden ze nu niet altijd in de kast hangen, waarvan ik nu denk: ‘Hadden we dat echt aan?’ Echt heel kort.” “We proberen het beste uit de vrouwen te halen”, vervolgt Christel. “Nederlandse vrouwen zijn niet allemaal tenger of dun.” Iedere vrouw moet zich lekker voelen in hun kleding. “Dus we maken alles wel een beetje zo dat het toch iets verbloemt”, zegt Barbara. “Niet te korte mouwen en rokjes over de knie bijvoorbeeld. Dat is misschien toch iets charmanter als je wat ouder wordt.
Comentários